b) ofwel zich in een toestand van kiesonbekwaamheid bevinden op grond van een gerechtelijke onbekwaamverklaring, een statuut van verlengde minderjarigheid, een internering of een terbeschikkingstelling van de Regering met toepassing van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij, vervangen bij artikel 1 van de wet van 1 juli 1964 en zulks tijdens de duur van de onbekwaamheid of de terbeschikkingstelling van de Regering (Kieswetboek, artikel 7, eerste lid, 1° en 3°);
b) soit se trouvent dans une situation d'incapacité électorale en raison d'une interdiction judiciaire, d'un statut de minorité prolongée, d'un internement ou d'une mise à la disposition du Gouvernement en application de la loi de défense sociale du 9 avril 1930, remplacée par l'article 1 de la loi du 1 juillet 1964, et ce, pendant la durée de l'incapacité ou de la mise à disposition du Gouvernement (Code électoral, article 7, alinéa 1, 1° et 3°);