8. herhaalt eveneens dat het gelooft in de scheiding tussen Kerk en Staat, en benadrukt dat de versmelting van staat en godsdienst ertoe leidt dat zonde en misdrijf op één hoop gegooid worden en daardoor een inbreuk vormt op de fundamentele vrijheden en in het bijzonder de rechten van de vrouw;
8. réaffirme de la même façon son attachement aux valeurs de la laïcité et souligne le fait que la fusion entre Etat et religion, en entrainant l'amalgame entre péché et délit, porte atteinte aux libertés fondamentales en particulier aux libertés des femmes;