« Schendt artikel 71, derde lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het beroep tegen een beslissing inzake maatschappelijke dienstverlening mo
et worden ingesteld binnen de maand te rekenen vanaf de da
tum van afgifte ter post van de aangetekende brief waarmee de beslissing
wordt meegedeeld in geval de beslis ...[+++]sing op die wijze wordt ter kennis gebracht, terwijl dit beroep pas moet ingesteld worden binnen de maand vanaf de datum van het ontvangstbewijs van de beslissing in geval ze aan de betrokkene wordt overhandigd, en terwijl het beroep door de bestemmeling van een eveneens ter post aangetekend verzonden beslissing van het O.C. M.W. inzake het recht op maatschappelijke integratie moet ingesteld worden binnen een termijn die pas loopt vanaf de kennisgeving, d.i. de dag van de aanbieding van de aangetekende zending aan het adres van de bestemmeling ?« L'article 71, alinéa 3, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le recours introduit contre une décision en mat
ière d'aide sociale doit l'être dans le mois de la
date de dépôt à la poste du pli recommandé notifiant la décision dans le cas où la décision est notifiée de cette manière, alors que le recours ne doit être introduit que dans le mois de la date de l'accusé de réception de la décision dans le cas où elle est remise à l'intéressé
...[+++] et alors que le recours introduit par le destinataire contre une décision du C. P.A.S. concernant le droit à l'intégration sociale, également envoyée par pli recommandé à la poste, doit l'être dans un délai qui ne court qu'à partir de la notification, c'est-à-dire le jour de la présentation de l'envoi recommandé à l'adresse du destinataire ?