1. n
eemt met voldoening kennis van het feit dat het aandeel EU-middelen dat aan basisgezondheidszorg en basisonderwijs is uitgegeven, van 4,98% naar 6,83% gestegen is; betreurt evenwel dat dit percentage nog steeds ver verwijderd is van het streefcijfer van 20% dat het Parlement i
n de begroting 2005 heeft genoemd; acht het onaanvaardbaar dat de Commissie het legitieme en noodzakelijke streven naar betere coördinatie tussen donoren en verdeling van de taken tussen donoren als excuus gebruikt voor de te geringe investeringen in basisg
...[+++]ezondheidszorg en basisonderwijs, en roept de Commissie op onverwijld maatregelen te treffen om het streefcijfer van 20% te bereiken, en het Parlement ten minste tweemaal per jaar schriftelijk op de hoogte te stellen van de actuele stand van de tenuitvoerlegging en van de bij de berekening gebruikte factoren ; 1. se félicite de ce que la part des crédits du budget de l'UE affectés aux secteurs de la santé et de l'éducation fondamentale soit passée de 4,98 à 6,83%; regrette toutefois que ce pourcentage reste nettement inférieur aux 20% prévus dans le budget 2005; n'accepte pas que la commission utilise l'objectif légitime et nécessaire d'une meilleure coordination et répartition des tâches entre les bailleurs de fonds pour justifier la faiblesse des investissements dans les secteurs concernés, et lui demande de prendre sans délai des mesures permettant d'atteindre l'objectif des 20% et d'informer par écrit le Parlement européen, au moins deux
...[+++] fois par an, sur les progrès de la mise en œuvre et sur les paramètres de calcul;