1. De raadsman van de verdediging moet over een erkende kennis inzake internationaal recht of strafrecht en inzake procedures bezitten en de vereiste kennis hebben verworven omtrent de strafrechtelijke procedure door de uitoefening van de functie van rechter, aanklager, advocaat of van een analoge functie.
1. Le conseil de la défense doit être d'une compétence reconnue en droit international ou en droit pénal et en matière de procédures, et avoir acquis l'expérience nécessaire du procès pénal en exerçant des fonctions de juge, de procureur, d'avocat, ou quelque autre fonction analogue.