Art. 2. § 1. De overheid bedoeld in artikel 28, vierde lid, 1°, van het koninklijk besluit, die gemachtigd is om de toelage voor terugroepbaar personeel, wegens behoorlijk gerechtvaardigde dienstredenen, toe te kennen aan een personeelslid dat voldoet aan de in het artikel 28 van het koninklijk besluit, bedoelde voorwaarden, doch niet de dienst hervat in het kader van een beurtrol, is deze bepaald in § 4.
Art. 2. § 1. L'autorité visée à l'article 28, alinéa 4, 1°, de l'arrêté royal, qui est habilitée à octroyer l'allocation pour le personnel rappelable, pour des raisons de service dûment justifiées, à un membre du personnel qui répond aux conditions visées à l'article 28 de l'arrêté royal, mais qui ne reprend toutefois pas le service dans le cadre d'un tour de rôle, est celle fixée au § 4.