De reden hiervan zou kunnen liggen in het feit dat de werkgever krachtens de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers verplicht is om vakantiegeld toe te kennen aan afgestudeerden jonger dan 25 jaar die binnen de vier maanden na het einde van hun studie werkzaam zijn, terwijl hij van deze verplichting ontslagen wordt bij aanwerving van jongeren die langer dan vier maanden afgestudeerd zijn.
Cette réticence pourrait s'expliquer par l'obligation qui incombe à l'employeur, en vertu des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés coordonnées le 28 juin 1971, de payer un pécule de vacances aux jeunes de moins de 25 ans occupés pour la première fois au service d'un employeur dans les quatre mois qui suivent la fin de leurs études. Cette obligation échoit après expiration du délai de quatre mois.