« 4° indien de in § 1, vijfde lid, vermelde ambtenaar-geneesheer of geneesheer aangewezen door de minister of zijn gemachtigde in een advies vaststelt dat de ziekte kennelijk niet beantwoordt aan een ziekte zoals voorzien in § 1, eerste lid, die aanleiding kan geven tot het bekomen van een machtiging tot verblijf in het Rijk; »
« 4° lorsque le fonctionnaire médecin ou le médecin désigné par le ministre ou son délégué, visé au § 1, alinéa 5, constate dans un avis que la maladie ne répond manifestement pas à une maladie visée au § 1, alinéa 1, qui peut donner lieu à l'obtention d'une autorisation de séjour dans le Royaume; »;