Wanneer de kansspelcommissie van oordeel is dat een spel, georganiseerd door de Nationale Loterij, een kansspel is, maar het koninklijk besluit genomen op grond van artikel 3, § 1, tweede lid, bepaalt het tegenovergestelde, heeft de kansspelcommissie, overeenkomstig artikel 21, § 1, tweede lid, de mogelijkheid haar stelling onder de aandacht van de bevoegde ministers te brengen.
Lorsque la commission des jeux de hasard estime qu'une ou plusieurs activités offertes par la Loterie nationale sont des jeux de hasard, mais que l'arrêté royal pris sur la base de l'article 3, § 1, alinéa 2, dit le contraire, la commission des jeux de hasard a, en vertu de l'article 21, § 1, alinéa 2, la possibilité de faire connaître sa position aux ministres compétents.