Ten gronde acht hij de memorie van toelichting betreffende de voorgestelde wijziging aan de formule voor de berekening van het percentage dat in aanmerking wordt genomen voor de toekenning van bijkomende middelen aan de Duitstalige Gemeenschap ontoereikend (Stuk Kamer, nr. 50-2125/1, blz. 255).
Il estime quant au fond que l'exposé des motifs qui accompagne la modification proposée de la formule utilisée pour le calcul du pourcentage pris en compte pour l'octroi de moyens supplémentaires à la Communauté germanophone est insuffisant (Do c. Chambre, nº 50-2125/1, p. 255).