d) in geval van overlijden van een gewezen ambtenaar die zijn dienst vóór de 60-jarige leeftijd had beëindigd en verzocht had in het genot te worden gesteld van een tot de eerste dag van de kalendermaand, volgende op die waarin hij de 60-jarige leeftijd zou hebben bereikt, uitgesteld ouderdomspensioen, het bedrag van het ouderdomspensioen waarop de betrokkene wanneer hij in leven was gebleven op 60-jarige leeftijd recht zou hebben gehad, vermeerderd en verminderd overeenkomstig het bepaalde onder b);
d) en cas de décès d'un ancien fonctionnaire ayant cessé ses fonctions avant l'âge de 60 ans et demandé que la jouissance de sa pension soit différée jusqu'au premier jour du mois civil suivant celui au cours duquel il aurait atteint l'âge de 60 ans, le montant de la pension d'ancienneté à laquelle l'intéressé, demeuré en vie, aurait eu droit à l'âge de 60 ans, ce montant étant augmenté et diminué des éléments visés au point b);