Art. 36. Wanneer de autoriteiten die toezicht houden op betalingsinstellingen in een andere lidstaat van de EER, waar een betalingsinstelling naar Belgisch recht een bijkantoor heef
t gevestigd, beroep doet op een agent of er werkzaamhed
en uitoefent in het kader van het vrij verrichten van diensten, of voornemens is d
it te doen, de CBFA ervan in kennis stellen da
t zij goede redenen ...[+++] hebben om te vermoeden dat geld wordt of werd witgewassen of dat gepoogd wordt of gepoogd werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van Richtlijn 2005/60/EG, of het risico op witwassen van geld of financiering van terrorisme zou verhogen, neemt de CBFA zo spoedig mogelijk de vereiste maatregelen bedoeld in artikel 35, § 1.
Art. 36. Lorsque les autorités de contrôle des établissements de paiement d'un autre E
tat membre de l'EEE dans lequel un établissement de paiement de droit belge a établi une succursale, recourt à un agent ou exerce des activités sous le régime de la libre prestation de services, ou envisage de le faire, informent la CBFA qu'elles ont de bonnes raisons de soupçonner qu'une opération ou une tentative de blanchiment de capitaux ou de financement du terrorisme au sens de la Directive 2005/60/CE est en cours ou a eu lieu, ou que l'une de
...[+++]s situations précitées pourrait accroître le risque de blanchiment de capitaux ou de financement du terrorisme, la CBFA prend, dans les plus brefs délais, celles des mesures visées à l'article 35, § 1, qui s'imposent.