3. Uit wat voorafgaat wordt duidelijk dat mijn administratie bij de vaststelling van de kadastrale inkomens van ongebouwde onroerende percelen geen onderscheid maakt tussen die gelegen in woonuitbreidingsgebieden waarvoor op het lokale niveau een bijzonder plan van aanleg bestaat en andere gelegen in woonuitbreidingsgebieden waarvoor nog geen bijzonder plan van aanleg werd ingediend.
3. Au vu de ce qui précède, il est évident que pour la fixation des revenus cadastraux des immeubles non bâtis, mon administration n'opère aucune distinction entre ceux situés en zones d'extension d'habitat pour lesquelles un plan particulier d'aménagement existe au niveau local, et ceux situés en zones d'extension d'habitat pour lesquelles aucun plan particulier d'aménagement n'a été déposé.