Overwegende dat de artikelen 128 en 7 van het Verdrag zich blijkens de rechtspraak van het Hof van Justitie verzetten tegen elke vorm van discriminatie tussen onderdanen van de Lid-Staten met betrekking tot de toegang tot de beroepsopleiding in de Gemeenschap en dat de toegang van een onderdaan van een Lid-Staat tot een beroepsopleiding in een andere Lid-Staat impliceert dat aan deze onderdaan het verblijfsrecht in deze tweede Lid-Staat word toegekend;
considérant que, comme il ressort de la jurisprudence de la Cour de justice, les articles 128 et 7 du traité interdisent toute discrimination entre ressortissants des États membres en ce qui concerne l'accès à la formation professionnelle dans la Communauté et que l'accès d'un ressortissant d'un État membre à une formation professionnelle dans un autre État membre implique, au bénéfice de ce ressortissant, un droit de séjour dans ce deuxième État membre;