Op grond van het bovenstaande en van het arr
est van het Hof van Justitie van 14 februari 1990 in zaak C-301/87 (Boussac) (3), bevestigd in het arrest van 13 april 1994 in de gevoegde zaken C-324/90 en C-342/90 (Pleuger/Worthington) (4) betreffende een schending van artikel 93, lid 3, van het EG-Verdrag, is de Commissie bevoegd de bet
rokken lidstaat, in casu Duitsland, aan te manen tot verschaffing van alle inlichtingen en
gegevens die nodig zijn om de ver ...[+++]enigbaarheid van de steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt te onderzoeken.
Eu égard aux considérations qui précèdent et comme la Cour de justice l'a reconnu dans son arrêt du 14 février 1990 dans l'affaire C-301/87 (Boussac) (3), confirmé dans son arrêt du 13 avril 1994 dans les affaires jointes C-324/90 et C-342/90 (Pleuger-Worthington) (4), qui visaient un cas de violation de l'article 93 paragraphe 3 du traité CE, la Commission a le pouvoir d'enjoindre à l'État membre concerné, en l'occurrence l'Allemagne, de fournir toutes les informations et données nécessaires pour examiner la compatibilité de mesures d'aides avec le marché commun.