Met betrekking tot de noodzaak om in dit stadium van de rechtspleging het deskundigenonderzoek op tegenspraak te verrichten, wordt verwezen naar de bespreking van artikel 106 van het voorontwerp van wetboek en meer in het bijzonder naar de bespreking van het arrest dat het Arbitragehof op 24 juni 1998 (55) gewezen heeft, evenals naar de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak « Dutroux-Nihoul en consoorten » (56).
En ce qui concerne le caractère contradictoire de l'expertise à ce stade de la procédure, il est renvoyé aux commentaires de l'article 106 de l'avant-projet de code, et, plus spécialement aux commentaires relatifs à l'arrêt rendu le 24 juin 1998 par la Cour d'arbitrage (55), ainsi qu'aux recommandations de la commission d'enquête parlementaire sur la manière dont l'enquête, dans ses volets policiers et judiciaires, a été menée dans « l'affaire Dutroux-Nihoul et consorts » (56).