De verzoekende partij voert « in ondergeschikte orde » een zesde middel aan, afgeleid uit de schending door de artikelen 3 en 34, eerste lid, juncto artikel 11, derde lid, van het decreet van 6 juli 2001, van de bevoegdheidverdelende regel neergelegd in artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 5, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, in samenhang gelezen met de artikelen 351 en 367 van het Wetboek van vennootschappen.
La partie requérante prend « en ordre subsidiaire » un sixième moyen de la violation, par les articles 3 et 34, alinéa 1, juncto l'article 11, alinéa 3, du décret du 6 juillet 2001, de la règle répartitrice de compétences inscrite à l'article 6, § 1, VI, alinéa 5, 5, de la loi spéciale du 8 août 1980, lu en combinaison avec les articles 351 et 367 du Code des sociétés.