Vertaling van "juli 1978 zodat " (Nederlands → Frans) :

Artikel 2 van onderhavig wetsvoorstel wijzigt artikel 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zodat er niet langer sprake is van « werklieden » en « bedienden », maar van « werknemers » in het algemeen.
L'article 2 de la présente proposition de loi modifie l'article 1 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail de telle sorte qu'il n'y est plus question « d'ouvriers » et d'« employés » mais, d'une manière générale, de « salariés ».

Bepaalde artikelen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten waarnaar in artikel 119.9 van dezelfde wet verwezen wordt, worden door onderhavig wetsvoorstel opgeheven zodat de verwijzing zonder voorwerp is geworden.
Certains articles de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail auxquels renvoie l'article 119.9 de cette même loi sont abrogés par la présente proposition de loi, de sorte que ce renvoi est devenu sans objet.

" De bepaling van artikel 11bis, 5e lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, naar luid waarvan de wekelijkse arbeidsduur van een deeltijdse tewerkgestelde werknemer niet minder mag bedragen dan één derde van de wekelijkse arbeidsduur van voltijds tewerkgestelde werknemers kan niet worden toegepast op de werklieden en werksters belast met schoonmaakwerkzaamheden die beantwoorden aan de functies van de categorieën 1A en 1B, zodat van deze minimumgrens kan worden afgeweken" .
" La disposition de l'article 11bis, 5 alinéa de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, selon laquelle la durée hebdomadaire de travail du travailleur à temps partiel ne peut être inférieure à un tiers de la durée hebdomadaire de travail des travailleurs à temps plein n'est pas applicable pour les ouvriers et ouvrières occupés à des travaux de nettoyage correspondant aux fonctions des catégories 1A et 1B, de sorte qu'il peut être dérogé de cette limité inférieure" .

De verwijzende rechter heeft geoordeeld dat « De Post en de Bank van De Post dezelfde werkgever zijn in de zin van artikel 82 van de wet van 3 juli 1978, zodat, voor het personeel dat betrokken is bij de voortzetting van de activiteiten tussen beide entiteiten, de bij De Post verworven anciënniteit moet worden nageleefd door de Bank van de Post ».
Le juge a quo a jugé que « la Poste et la Banque de la Poste sont un même employeur au sens de l'article 82 de la loi du 3 juillet 1978 de sorte que pour le personnel concerné par la continuation d'activités ayant existé entre ces deux entités, l'ancienneté acquise au sein de la Poste doit être respectée par la Banque de la Poste ».

1. « Schendt artikel 149 van hoofdstuk 13, titel 9 [lees : titel 10], van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het enkel de werkgevers die de arbeidsovereenkomst om dringende reden hebben verbroken, vrijstelt van het betalen, door de werkgever, van het deel van de crisispremie dat krachtens datzelfde hoofdstuk verschuldigd is, en niet die welke de arbeidsovereenkomst zonder dringende reden hebben verbroken en dat evenwel hebben gedaan om een reden die niet als willekeurig in de zin van artikel 63 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt beschouwd, zodat de afdanking moet worden geacht verband te houden met het gedrag of de geschiktheid van de werkman ?
1. « L'article 149 du chapitre 13, titre 9 [lire : titre 10] de la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions diverses viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il n'exonère du paiement, par l'employeur, de la partie de la prime de crise due en vertu de ce même chapitre que les seuls employeurs ayant rompu le contrat de travail pour motif grave et non pas ceux qui, ayant rompu sans motif grave, l'ont néanmoins fait pour un motif non considéré comme abusif au sens de l'article 63 de la loi du 03/07/1978 relative aux contrats de travail de sorte que le licenciement doit être considéré comme étant lié à la conduite ou l'aptitude de l'ouvrier ?

De verwijzende rechter oordeelt dat, hoewel de rijwijze van de werknemer als lichtzinnig en onvoorzichtig moet worden beschouwd, er geen sprake is van een zware schuld in de zin van artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978, zodat de werknemer niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Le juge a quo considère que, quoique la façon de conduire du travailleur doive être considérée comme irréfléchie et imprudente, il n'est pas question de faute lourde au sens de l'article 18 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, en sorte que le travailleur ne peut être tenu pour responsable.

4. a) De schadevergoeding in geval van landbouwrampen wordt bepaald volgens de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, en volgens het koninklijk besluit van 7 april 1978, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 mei 2002, genomen met toepassing van de artikelen 9, B, 1°en 10, § 2, van die wet. b) Ik bereid momenteel een ontwerp van wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1978 voor, dat voorgelegd moet worden aan de Ministerraad, zodat de berekening in schrijven van de herstelvergoeding ingeval van landbouwrampen beter overeenkomt met de berekening in schijven zoals die al bestaat voor de algemene rampen.
4. a) En cas de calamité agricole, l'indemnisation est définie d'après la loi du 12 juillet 1976 relative à la réparation de certains dommages causés à des biens privés par des calamités naturelles, et d'après l'arrêté royal du 7 avril 1978, modifié par l'arrêté royal du 6 mai 2002, pris en application des articles 9, B, 1°et 10, § 2, de cette loi. b) Je prépare pour l'instant un projet de modification de l'arrêté royal du 7 avril 1978, à présenter en Conseil des ministres, afin que le calcul par tranches de l'indemnité de réparation en cas de calamité agricole corresponde au calcul par tranches tel qu'il existe déjà pour les calamités publiques.