Vertaling van "juli 1935 ingevoegd " (Nederlands → Frans) :

« Art. 82 bis. ­ Artikel 38bis van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, ingevoegd bij artikel 153, 1º, van de wet van 22 maart 1993, wordt vervangen door de volgende tekst :
« Art. 82 bis. ­ L'article 38bis de l'arrêté royal nº 185 du 9 juillet 1935, inséré par l'article 153, 1º, de la loi du 22 mars 1993, est remplacé comme suit :

Artikel 38bis van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, ingevoegd bij artikel 153, 1º, van de wet van 22 maart 1993, wordt vervangen door de volgende tekst :
L'article 38bis de l'arrêté royal nº 185 du 9 juillet 1935, inséré par l'article 153, 1º, de la loi du 22 mars 1993, est remplacé comme suit :

Art. 5. In artikel 7, § 1bis, eerste lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, ingevoegd bij de wet van 9 augustus 1963 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
Art. 5. A l'article 7, § 1bis, alinéa 1, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, inséré par la loi du 9 août 1963 et modifié par la loi du 11 juillet 1994, les modifications suivantes sont apportées :

In artikel 7bis , § 1 van de wet van 15 juni 1935, ingevoegd bij wet van 9 augustus 1963 en gewijzigd bij wet van 11 juli 1994, worden de woorden « te Kraainem, Sint-Genesius-Rode en Wolvertem » vervangen door de woorden « van Kraainem-Sint-Genesius-Rode en Meise ».
Dans l'article 7bis , § 1, de la loi du 15 juin 1935, insérée par la loi du 9 août 1963 et modifiée par la loi du 11 juin 1994, les mots « à Kraainem, Rhode-Saint-Genèse et Wolvertem » sont remplacés par les mots « à Kraainem, Rhode-Saint-Genèse et Meise ».

De minister bevestigt dat de afschaffing van artikel 327, § 5, WIB 92 zoals voorgesteld in amendement nr. 103, verantwoord kan worden door de vervanging van artikel 38bis van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, zoals voorgesteld door amendement nr. 109. Artikel 327, § 5, WIB 92, kan volgens de minister alleen worden opgeheven indien in het ontwerp een nieuw artikel 82bis wordt ingevoegd, zoals voorgesteld in artikel 109.
Le ministre confirme que l'abrogation de l'article 327, § 5, CIR 92, qui fait l'objet de l'amendement nº 103 trouve sa justification dans le remplacement de l'article 38bis de l'arrêté royal nº 185 du 9 juillet 1935, tel que proposé par l'amendement nº 109. Pour le ministre aussi, l'article 327, § 5, CIR 92, ne peut être abrogé que sous la condition de l'insertion d'un article 82bis (nouveau) dans le projet tel que proposé par l'amendement nº 109.

6° : koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, artikel 42bis , 2°, ingevoegd bij de wet van 9 maart 1989, artikel 18 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001.
6° : arrêté royal n° 185 du 9 juillet 1935, article 42bis , 2°, y inséré par la loi du 9 mars 1989, article 18 et modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001.

5° : koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, artikel 42bis , 1°, ingevoegd bij de wet van 9 maart 1989, artikel 18 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001.
5° : arrêté royal n° 185 du 9 juillet 1935, article 42bis , 1°, y inséré par la loi du 9 mars 1989, article 18 et modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001.

§ 2. In artikel 121, § 1, 1°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, ingevoegd bij de wet van 2 augustus 2002 tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen, worden de woorden « titel II van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten » vervangen door de woorden « de wet van.betreffende de openbare aanbiedingen van effecten ».
§ 2. A l'article 121, § 1, 1°, de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, inséré par la loi du 2 août 2002 complétant, en ce qui concerne les voies de recours contre les décisions prises par le ministre, par la CBF, par l'OCA et par les entreprises de marché et en ce qui concerne l'intervention de la CBF et de l'OCA devant les juridictions répressives, la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers et modifiant diverses autres dispositions légales, les mots « du titre II de l'arrêté royal n° 185 du 9 juillet 1935 sur le contrôle des banques et le régime des émissions de titres et valeurs » sont remplacés par les mots « de la loi du.relative aux offres publiques de titres ».

Art. 96. Artikel 38bis van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935, ingevoegd bij artikel 153, 1°, van de wet van 22 maart 1993, wordt vervangen door de volgende tekst:
Art. 96. L'article 38bis de l'arrêté royal n° 185 du 9 juillet 1935, inséré par l'article 153, 1°, de la loi du 22 mars 1993, est remplacé comme suit :

1. Op grond van artikel 77, achtste lid, van de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, ingevoegd bij de wet van 13 april 1995 tot wijziging van voornoemde wetten, worden de vennootschappen die beantwoorden aan de criteria omschreven in artikel 12, § 2, van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekeningen van de ondernemingen, vrijgesteld van het verslag omschreven in het vierde lid van hetzelfde artikel 77.
1. L'alinéa 8 de l'article 77 des lois sur les sociétés commerciales, coordonnées le 30 novembre 1935, inséré par la loi du 13 avril 1995 modifiant lesdites lois coordonnées, dispense les sociétés qui répondent aux critères prévus à l'article 12, § 2, de la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité et aux comptes annuels des entreprises, du rapport de gestion prévu à l'alinéa 4 du même article 77.