3. is ingenomen met de arresten van de grote kamer van beroep van het EOB met betrekking tot de zogenaamde broccoli- en tomatenzaken (resp. G 2/07 en G 1/08), aangezien deze uitsluitsel geven over de juiste interpretatie van de term „werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten (of dieren)” die in Richtlijn 98/44/EG en in het Europees Octrooiverdrag wordt gebruikt om dergelijke processen uit te sluiten van octrooien;
3. se félicite des décisions de la Grande chambre de recours de l'OEB dans les affaires dites du brocoli (G2/07) et des tomates (G1/08) qui l'ont amenée à statuer sur la bonne interprétation du terme «procédés essentiellement biologiques pour l'obtention de végétaux (ou d'animaux)» utilisé dans la directive 98/44/CE et la convention sur le brevet européen et à exclure ces procédés de la brevetabilité;