4. benadrukt dat de mobiliteit van jongeren op zich geen duurzaam antwoord biedt op de jeugdwerkloosheid aangezien deze mobiliteit in heel wat lidstaten tot braindrain en tot een ernstige daling van het sociale kapitaal en de sociale bescherming kan leiden; vraagt dat de Raad zich vooral richt op het verbeteren van de vrijwillige economische mobiliteit van jonge mensen, met als doel economisch ballingschap te verhinderen en de overdraagbaarheid van de rechten inzake pensioen, arbeid en sociale bescherming in heel de EU te verbeteren,
4. souligne que la mobilité des jeunes ne peut à elle seule être considérée comme une réponse durable au chômage des jeunes, puisqu'elle peut conduire à une "fuite des cerveaux" ainsi qu'à un affaiblissement important du capital social et de la protection sociale dans de nombreux États membres; demande au Conseil de concentrer ses efforts sur l'amélioration de la mobilité économique volontaire des jeunes, de manière à éviter les exils économiques, et de renforcer la transférabilité des droits à pension, les droits des travailleurs et les droits en matière de protection sociale dans l'ensemble de l'Union européenne;