Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de b
ijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 juni 2016 in zake G. Karremans en V. Dos Santos tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 juni
2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luxemburg, afdeling Aarlen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 32, tweede lid, 2°, en 31, tweede lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelas
...[+++]tingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij de vergoedingen belasten die zijn gevormd door middel van premies als bedoeld in artikel 52, 3°, b), vierde streepje, die door een vennootschap aan haar bedrijfsleider zijn betaald maar door die laatste niet zijn afgetrokken, en die ter uitvoering van een verzekeringsovereenkomst zijn toegekend wegens een arbeidsongeschiktheid die niet tot een derving van bezoldigingen heeft geleid, terwijl de begunstigde van een individuele verzekeringsovereenkomst op zijn vergoedingen niet zou worden belast ?Avis prescrit par l'article 74 de la loi sp
éciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 1 juin
2016 en cause de G. Karremans et V. Dos Santos contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au gref
fe de la Cour le 10 juin 2016, le Tribunal de première instance du Luxembourg, division Arlon, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 32, alinéa 2, 2° et 31, alinéa 2, 4° du Code des impôts sur les revenus violent-ils
...[+++] les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils imposent les indemnités, constituées au moyen de primes visées à l'article 52, 3°, b, 4e tiret payées par une société au profit de son dirigeant mais non déduites par ce dernier, allouées en exécution d'un contrat d'assurance en raison d'une incapacité de travail n'ayant entraîné aucune perte de rémunérations; alors que le bénéficiaire d'un contrat d'assurance individuelle ne serait pas imposé sur ses indemnités ?