Bovendien constateert het Hof dat een „rolled-up holiday pay”-stelsel kan leiden tot situaties waarin de minimumperiode van de jaarlijkse vakantie met behoud van loon door een financiële vergoeding wordt vervangen, hetgeen de richtlijn, behalve in geval van beëindiging van het dienstverband, verbiedt teneinde te verzekeren dat de werknemer in normale omstandigheden daadwerkelijke rust kan genieten.
En outre, la Cour constate qu’un régime de "rolled-up holiday pay" risque de conduire à des situations où la période minimale de congé annuel payé est, en effet, remplacée par une indemnité financière, ce que la directive interdit, sauf en cas de fin de relation de travail, pour assurer que le travailleur puisse normalement bénéficier d’un repos effectif.