IV. - Rustperiode Art. 11. Tussen twee arbeidsprestaties wordt een minimale rustperiode per dag van 12 uren voorzien (uitgezonderd bijzondere en occasionele situaties zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse inventariswerken), tenzij een andere regeling overeengekomen wordt bij ondernemingsovereenkomst.
IV. - Temps de repos Art. 11. Entre deux prestations de travail, une période minimum de repos par jour de 12 heures est prévue (excepté les situations particulières et occasionnelles, comme par exemple les travaux annuels d'inventaire), à moins qu'un autre règlement soit conclu par convention d'entreprise.