De werkman die minstens 60 jaar oud is op het ogenblik waarop de ongeschiktheid aanvangt (55 jaar voor de werkster), heeft, na uitputting van de voordelen vervat in artikel 9, § 2, en voor zover de ongeschiktheid voortduurt, recht op een driemaandelijkse uitkering van 97,00 EUR en dit tot op het ogenblik dat hij of zij het wettelijk pensioen geniet.
L'ouvrier âgé de 60 ans au moins au moment du premier jour d'incapacité (55 ans pour l'ouvrière) a droit, après épuisement des avantages prévus à l'article 9, § 2 et pour autant que l'incapacité persiste, à une indemnité trimestrielle de 97,00 EUR et ce jusqu'au moment de sa pension légale.