Art. 5. Elke privé-detecti
ve dient om de vijf jaar na de eerste toekenning van het bekwaamheidsattest of na de eerste toekenning van een vergunning, als hij van de bepalingen van artikel
22, § 1, van de wet heeft genoten, zonder enige afwezigheid de bijscholing, bepaald in artikel 6, § 2, beëi
ndigd te hebben, en permanent over het attest van ...[+++] bijscholing te beschikken.
Art. 5. Tout détective privé doit, tous les cinq ans après la première obtention de l'attestation de compétence ou après la première obtention d'autorisation, s'il a bénéficié de la disposition de l'article 22, § 1, de la loi, avoir suivi sans aucune absence un recyclage tel que défini à l'article 6, § 2, et être en permanence détenteur de l'attestation de recyclage de détective privé.