De verzoeker deed ook gelden dat het ontwerp niet voorzag in begeleidende modaliteiten met b
etrekking tot de verkregen rechten die getuigen van de zorg om de gevolgen van de betwiste maatregel te milderen, noch in enig element dat zou kunnen aantonen of doen vermoeden dat het vrijwillig vertrek op zich ontoereikend zou zijn om het nagestreefde doel te bereiken (cf. arrest nr
. 39/97 van 14 juli 1997, in de zaak B.R.T.N., waar bepaald was dat de ambtshalve gepensioneerden een tijdsbonificatie toegekend kregen gelijk aan het aantal maand
...[+++]en die verlopen tussen het tijdstip waarop zij gepensioneerd worden en het tijdstip waarop zij de leeftijd van vijfenzestig jaar bereiken).
Le requérant fit également valoir que le projet ne prévoyait ni modalités d'accompagnement concernant les droits acquis et témoignant du souci d'adoucir les effets de la mesure critiquée ni élément de nature à démontrer ou présumer que les départs volontaires seraient en soi suffisants pour atteindre l'objectif recherché (voy. C. A., 39/97, du 14 juillet 1997, dans l'affaire B.R.T.N. où il était prévu que les membres du personnel pensionnés d'office bénéficiaient d'une bonification égale au nombre de mois écoulés entre leur mise à la retraite et le moment où ils atteignent l'âge de soixante-cinq ans).