2. Voor de financiering van de bouw van ITER (kost geraamd op 4 570 miljoen euro in de economische voorwaarden van 2000) wordt de machine ingedeeld in: - een gemeenschappelijk deel dat de sleuteltechnologieën van ITER zal bevatten en ongeveer 80% van de kostprijs uitmaakt; - een niet-gemeenschappelijk deel dat klassieke onderdelen van ITER zal bevatten (bijvoorbeeld gebouwen) en dat gemakkelijk kan geleverd worden door de lokale industrie.
2. Pour le financement de la construction d'ITER (coût estimé à 4 570 millions d'euros aux conditions économiques de 2000) la machine est divisée en: - une partie commune qui incorporera les technologies clés d'ITER et qui constitue environ 80% du prix de revient; - une partie non commune qui incorporera des parties classiques d'ITER (par exemple des bâtiments) et qui peut être fournie facilement par l'industrie locale.