Zonder dat te dezen een antwoord dient te worden gegeven op de vraag of een beroep kan worden gedaan op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur om inzage te verkrijgen van het advies van de procureur des Konings en van de voordracht van de procureur-generaal voor een ambt van eerste substituut, stelt het Hof vast dat het bij die wet aan elke belanghebbende verleende inzagerecht niet dezelfde waarborgen biedt als die waarin artikel 259ter , § 1, van het Gerechtelijk Wetboek voorzag.
Sans qu'il faille, en l'espèce, répondre à la question de savoir si la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l'administration peut être invoquée pour consulter l'avis du procureur du Roi et la présentation du procureur général à une fonction de premier substitut, la Cour constate que le droit de consultation conféré par cette loi à toute personne justifiant d'un intérêt n'offre pas les mêmes garanties que celles qui étaient prévues par l'article 259ter , § 1, du Code judiciaire.