Zoals in B.2 in fine is opgemerkt, kon de bij het vroegere artikel 23 van de wet v
an 26 december 1956 vastgestelde vrijstelling van aansprakelijkheid slechts een verschil in behandeling teweegbrengen in zoverre sommige postdiensten - die door die vrijstelling waren gedekt wanne
er zij door De Post werden waargenomen - aan privé-ondernemingen konden worden toevertrouwd, zonder dat zij evenwel dezelfde vrijstelling genoten; die situatie
is ontstaan door de inwerkingtreding ...[+++] van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, en meer bepaald artikel 141, A, derde lid, ervan, waarbij een aantal categorieën van zendingen, waaronder de snelpostzendingen, van het postmonopolie werden uitgesloten.Comme il a été relevé en B.2 in fine, l'exonération de responsabilité édictée par l'article 23 ancien de la loi du 26 décembre 1956 n'a été susceptible de créer une différence de traiteme
nt que dès lors que certains services postaux - couverts par cette exonération lorsqu'ils sont assumés par La Poste - ont pu être confiés à des entreprises privées, sans toutefois qu'elles bénéficient de la même exonération; cette situation est née de l'entrée en vigueur de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, et plus particulièrement de son article 141, A, alinéa 3, ex
ceptant du monopole ...[+++]postal un certain nombre de catégories d'envois, dont le courrier accéléré.