I
n een overzicht van rechtspraak beperkte professor Dirix zich ertoe in een eerste commentaar op het arrest van juni 2004, te stellen d
at indien de nieuwe interpretatie zou worden toegepast, de schuldvordering van de medecontractant van de gefailleerde eigenaar,
wiens huurcontract door de curator zou zijn verbroken, « logischerwijs » als een boedelschuld moet beschouwd worden (15) , wat natuurlijk in tegenspraak is met het belang v
...[+++]an de boedel zoals bedoeld door de aanhangers van de nieuwe interpretatie.
Dans un premier commentaire consacré à l'arrêt du 24 juin 2004 dans un examen de jurisprudence, le prof. Dirix s'est borné à faire valoir que, si l'interprétation nouvelle devait être retenue, la créance du cocontractant du failli propriétaire dont le curateur romprait le bail aurait « logiquement » la qualité de créance « de » la masse (15) , ce qui est évidemment antinomique avec l'intérêt de la masse visé par les adeptes de l'interprétation nouvelle.