(21) Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, het verzekeren van de gecoördineerde invoering en het gecoördineerd gebruik van interoperabele ITS in de hele Gemeenschap, niet voldoende kan worden bereikt door de lidstaten en bijgevolg, vanwege de omvang en de gevolgen, beter kan worden bereikt op gemeenschapsniveau, kan de Gemeenschap maatregelen goedkeuren, overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel.
(21) Étant donné que les objectifs de la présente directive, à savoir assurer le déploiement et l'utilisation coordonnés de STI interopérables dans la Communauté, ne peuvent pas être réalisés de manière suffisante par les États membres et peuvent donc, en raison de ses dimensions et de ses effets, être mieux réalisés au niveau communautaire, la Communauté peut prendre des mesures, conformément au principe de subsidiarité consacré à l'article 5 du traité.