7. veroordeelt krachtig de doodstraf als zodanig, veroordeelt vooral de doodstraffen tegen en executie van jeugdige criminelen en minderjarigen en roept de Iraanse autoriteiten op om de internaal erkende rechten van minderjarigen na te leven, onder meer erkend door de VN-Conventie over de rechten van het kind;
7. condamne fermement la peine de mort en tant que telle et en particulier les sentences capitales prononcées à l'encontre de jeunes délinquants et de mineurs et leur exécution et demande aux autorités iraniennes de respecter les protections juridiques reconnues sur le plan international concernant les mineurs telles que celles prévues par la Convention des Nations unies relative aux droits de l'enfant;