De leidend ambtenaar die het interim waarneemt, blijft onder het hiërarchische gezag van zijn oorspronkelijke instelling, zelfs als hij onder het functionele gezag van de instelling waarvoor hij het interim tijdelijk waarneemt, ressorteert.
Le fonctionnaire dirigeant exerçant l'intérim reste soumis à l'autorité hiérarchique de son institutions d'origine même s'il relève de l'autorité fonctionnelle de l'institution pour laquelle il exerce cet intérim.