G. overwegende dat de dagelijkse justitiële samenwerking in strafzaken nog steeds berust op instrumenten voor wederzijdse bijstand, zoals het Verdrag van 2000 betreffende wederzijdse bijstand in strafzaken en het Verdrag van de Raad van Europa van 1959 over wederzijdse bijstand in strafzaken,
G. considérant que, au quotidien, la coopération judiciaire en matière pénale continue de reposer sur des instruments d'entraide tels que la Convention de 2000 sur l'entraide judiciaire en matière pénale et la Convention de 1959 du Conseil de l'Europe sur l'entraide judiciaire en matière pénale,