18. constateert dat het Verd
rag van Lissabon de instemmingsprocedure uitbreidt tot alle overeenkomsten die verband houden met terreinen waarop de gewone wetgevingsprocedure van toepassing is en dat hierdoor het recht van het Parlement wordt versterkt, door de Commissie goed op de hoogte te worden gehouden over de vooruitgang bij de onderhandelingen over internationale overeenkomsten, zoals bedoeld in artikel 218 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU); is daarom van oordeel dat de mogelijkheid van vaststelling van een nieuwe interinstitutionele overeenkomst met het Parlement moet worden onderzocht om het Parle
...[+++]ment een solide omschrijving te geven van de wijze waarop het betrokken wordt bij ieder stadium van de onderhandelingen die tot sluiting van een internationale overeenkomst moeten leiden;