a ) voldoende kennis heeft verworven van de wetenschappen waarop de geneeskunst berust , alsmede een goed inzicht in de wetenschappelijke methoden , met inbegrip van de beginselen van de meting van biologische functies , in de beoordeling van wetenschappelijk vastgestelde feiten alsmede in het analyseren van gegevens ;
A ) UNE CONNAISSANCE ADEQUATE DES SCIENCES SUR LESQUELLES SE FONDE LA MEDECINE , AINSI QU'UNE BONNE COMPREHENSION DES METHODES SCIENTIFIQUES , Y COMPRIS DES PRINCIPES DE LA MESURE DES FONCTIONS BIOLOGIQUES , DE L'APPRECIATION DE FAITS ETABLIS SCIENTIFIQUEMENT ET DE L'ANALYSE DES DONNEES ;