Art. 6. Voor de inrichtingen en diensten zoals bedoeld in artikel 2, § 1, worden de som van de voorlopige tegemoetkomingen per personeelslid zoals bedoeld in artikel 5, § 2, hierna « voorlopige tegemoetkomingen » genoemd, en de som van de tegemoetkomingen per personeelslid zoals bedoeld in artikel 5, § 1, hierna « tegemoetkomingen » genoemd, door het RIZIV meegedeeld aan de werkgever en gestort op de financiële rekening die door de werkgever wordt meegedeeld aan de leidend ambtenaar.
Art. 6. Pour les établissements et les services visés à l'article 2, § 1, la somme des interventions provisoires par membre du personnel visées à l'article 5, § 2, appelées ci-après " interventions provisoires" , et la somme des interventions par membre du personnel visées à l'article 5, § 1, appelées ci-après " interventions" , sont portées par l'INAMI à la connaissance de l'employeur et sont versées au compte financier communiqué par l'employeur au fonctionnaire dirigeant.