c) "uitrusting": ieder instrument, mechanisme, apparaat, onderdeel of iedere inrichting gebruikt of kunnende worden gebruikt voor de exploitatie van een luchtvaartuig tijdens de vlucht, geúnstalleerd of bestemd om te worden geúnstalleerd in een burgerluchtvaartuig dan wel daaraan bevestigd, maar geen deel uitmakend van een casco, een motor of een propeller;
c) «équipement»: tout instrument, dispositif, mécanisme, appareil ou accessoire utilisé ou pouvant être utilisé pour l'exploitation d'un aéronef en vol, qu'il soit installé ou destiné à être installé dans un aéronef civil ou attaché à celui-ci, mais qui ne fait pas partie d'une cellule, d'un moteur ou d'une hélice;