De tweede paragraaf, toepasselijk in alle spoedeisende geschillen, stipuleert dat de zaak moet worden gefixeerd op een inleidingszitting bginnen een termijn van maximaal vijftien dagen na datum van neerlegging van de gedinginleidende akte.
Le paragraphe 2, applicable donc à tous les litiges urgents, stipule que l'affaire doit être fixée à une audience d'introduction se tenant dans un délai maximum de quinze jours à dater de l'acte introductif d'instance.