102. onderstreept dat een aanzienlijk deel van de middelen die beschikbaar komen door de veiling van emissierechten in het kader van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap, met inbegrip van de veiling van rechten voor het maritiem en luchtvervoer, gereserveerd moet worden om de lidstaten en de ontwikkelingslanden in staat te stellen zich aan de klimaatverandering aan te passen; is van mening dat deze bepalingen ook ondersteuning moeten geven aan duurzame vervoerswijzen in Europa, zoals het spoorvervoer; vraagt dat de fondsen uit de EU ETS die al zijn toegekend voor solidariteit en groei
in de Gemeenschap (inkomsten die voortkomen uit 10% v ...[+++]an de totale hoeveelheid te veilen emissierechten), verdeeld worden onder de lidstaten met lage inkomens, en dit gelijk verdeeld over adaptatie- en mitigatiemaatregelen; 102. souligne qu'une partie substantielle des recet
tes générées par la mise aux enchères de certificats dans le cadre du système d'échange de quotas d'émissions de gaz à effet de serre (SCEQE), y compris dans les secteurs de l'aviation et du transport maritime, devrait être réservée aux États membres et aux pays en développement pour leur permettre de s'adapter au changement climatique; estime que ce dispositif doit, au niveau européen, promouvoir les modes de transport durables, tels que le transport ferroviaire; demande que les fonds provenant du SCEQE et d'ores et déjà affectés aux fins de la solidarité et de la croissance dans la C
...[+++]ommunauté (produit généré par 10 % du total des quotas mis aux enchères) soient distribués entre les États membres à faible revenu et répartis à part égale entre les mesures d'adaptation et celles d'atténuation;