De Minister kan, op voorstel van het beheerscomité, de bedragen vermeld in § 8, eerste en derde lid, § 9, eerste lid en § 10, vierde lid, 3° elk jaar met ingang van 1 maart aanpassen, rekening houdende met de evolutie van het netto-inkomen uit laagbetaalde arbeid als loontrekkende tijdens het voorgaande kalenderjaar.
Le Ministre peut, sur proposition du Comité de gestion, adapter au 1 mars de chaque année, les montants repris dans les § 8, alinéa 1 et 3, § 9, alinéa 1 et § 10, alinéa 4, 3° en tenant compte de l'évolution des revenus nets d'un travail comme salarié peu rémunéré durant l'année calendrier qui précède.