C. overwegende dat de vastleggingskredieten € 95,860 miljard bedragen, hetgeen een verlaging inhoudt met 1,12% ten opzichte van het VOB en een verhoging met 2,74% ten opzichte van de begroting 2000, en dat de verhoging van de verplichte uitgaven in verhouding tot de begroting 2000 6,28% bedraagt en van de niet-verplichte uitgaven slechts 0,23%,
C. considérant que les crédits d'engagement se chiffrent à 95 860 millions d'euros, ce qui représente une réduction de 1,12 % par rapport à l'APB et une augmentation de 2,74 % par rapport au budget 2000, l'augmentation des dépenses obligatoires se chiffrant à 6,28 % par rapport au budget 2000, celle des dépenses non obligatoires à 0,23 % seulement,