Art. 19. Comitéleden, die personeelslid zijn van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, hebben geen recht op presentiegeld als bedoeld in artikel 18, § 1, 1° en § 3, als de vergaderingen plaatshebben tijdens hun diensturen op dagen dat ze geen vakantie- of inhaalverlof hebben opgenomen.
Art. 19. Les membres du comité qui sont membres du personnel du ministère de la Communauté flamand, n'ont pas droit aux jetons de présence tels que visé à l'article 18, § 1, 1° et § 3, lorsque les réunions se tiennent durant leurs heures de service, les jours où ils n'ont pas pris congé ou congé de récupération.