Dat argument is echter irrelevant, aangezien de privé-sector, voor industriële afvalstoffen, tot de rang van centra voor technische ingraving kan worden verheven, terwijl die afvalstoffen een hogere graad van gevaarlijkheid voor de burgers vertegenwoordigen, aangezien die afvalstoffen tot een verscherpte concurrentie tussen de privé-operatoren kunnen leiden, een concurrentie die volgens de stelling van de Waalse gewestwetgever zou kunnen uitmonden in doelstellingen van winstbejag en vastgoedspeculatie.
Mais cet argument est sans pertinence, dès lors qu'il est permis au secteur privé, pour les déchets industriels, d'être élevé au rang de centres d'enfouissement technique alors même que ces déchets présentent un degré de dangerosité plus grand pour les citoyens, dès lors qu'ils offrent la possibilité d'une concurrence accrue entre les opérateurs privés, concurrence qui pourrait, à suivre la thèse du législateur régional wallon, déboucher sur des objectifs de lucre ou de spéculation immobilière.
