indien separatorvlees niet onmiddellijk na het uitbenen wordt verkregen, moeten de na uitbening verkregen beenderen met restvlees op ten minste +2°C resp. bij ingevroren producten op minder dan -18°C wordt opgeslagen en vervoerd.
si la séparation mécanique des VSM n'est pas effectuée immédiatement après le désossage, les os charnus doivent être entreposés et transportés à une température ne dépassant pas 2°C ou, dans le cas des produits congelés, –18°C au moins;