Zoals in B.23.4 is gepreciseerd, komt het bij de bestreden bepalingen ingestelde misdrijf slechts tot stand wanneer het strafbaar gestelde gebaar of de strafbaar gestelde handeling ten aanzien van een welbepaalde persoon een ernstige aantasting van diens waardigheid met zich meebrengt.
Ainsi qu'il est précisé en B.23.4, l'infraction instituée par les dispositions attaquées n'est réalisée que lorsque le geste ou le comportement incriminé entraîne une atteinte grave à la dignité à l'égard de personnes déterminées.