In afwijking van § 4, wordt de verplichting tot voeding van de gemeenschappelijke gegevensbanken uitgesteld wanneer en zolang de leidinggevende van een inlichtingen- en veiligheidsdienst oordeelt dat de deze voeding de veiligheid van een persoon in gevaar kan brengen of wanneer de informatie afkomstig is van een buitenlandse dienst die uitdrukkelijk gevraagd heeft deze niet aan andere diensten toe te zenden.
Par dérogation au § 4, l'obligation d'alimenter les banques de données communes est différée, lorsque et aussi longtemps que le dirigeant d'un service du renseignement et de sécurité estime que cette alimentation peut compromettre la sécurité d'une personne ou lorsque l'information émane d'un service étranger qui a explicitement demandé de ne pas le transmettre à d'autres services.