De vier hoofddoelen van het basisverdrag zijn : de repressie van de georganiseerde misdaad opvoeren door de nationale wetgevingen te harmoniseren opdat ze hogere repressiestandaarden aannemen; de samenwerking versterken tussen de Staten die partij zijn inzake wederzijdse strafrechtelijke hulp, door de procedures van uitlevering en van uitwisseling van informatie over misdaadbendes te verbeteren; de slachtoffers van de daden van de transnationale georganiseerde misdaad beschermen; erop toezien dat de verdragsluitende partijen ook werk maken van misdaadpreventie.
La convention de base a quatre buts principaux : intensifier la répression de la criminalité organisée en alignant les législations nationales pour qu'ils adoptent des standards de répression plus élevés; renforcer la coopération entre les États parties en matière d'entraide judiciaire pénale en améliorant les procédures d'extradition et l'échange d'information sur les bandes criminelles; protéger les victimes des actes de la criminalité transnationale organisée; veiller à ce que les États parties travaillent également dans le domaine de la prévention de la criminalité.