Zo stelde Boes dat het jammer is dat de wetgever niet dezelfde bevoegdheid heeft gegeven aan de Raad van State bij de vernietiging van individuele bestuurshandelingen, waar de behoefte aan een dergelijke regeling minstens even groot is (32) .
Boes a ainsi indiqué qu'il était regrettable que le législateur n'ait pas octroyé au Conseil d'État la même compétence pour l'annulation d'actes administratifs individuels, alors qu'une telle réglementation est au moins aussi nécessaire (32) .